Op voorhand wist ik zo weinig over Wisconsin of het Midwesten van de VS, dat ik er geeneens vooroordelen over had. Het enige waar ik de naam van de staat Wisconsin van kende, was van de eindtune van eerder genoemde, wat brave serie That 70’s show, waarbij iemand aan het einde roept: ‘Good evening Wisconsin!’. Dus ik deed wat iedereen in mijn situatie zou doen: Google raadplegen. Het eerste wat ik ontdekte, was dat Making a murder, de verbijsterende documentaireserie over een oom en een neef die al jaren al dan niet terecht achter de tralies zitten, zich afspeelde in Wisconsin. Dat beloofde al niet veel goeds. Vervolgens kwam ik erachter dat een niet onaanzienlijk aantal van de gestoordste seriemoordenaars uit de Amerikaanse geschiedenis ook al uit Wisconsin kwam. Andere bekenden uit Wisconsin bleken Orson Welles, de acteur Willem Dafoe, de gevallen Republikeinse politicus Paul Ryan en de conciërge uit Happy Days, voor wie zich nog herinnert wat dat ook alweer was.

Gelukkig stuitte ik ook op positiever getoonzette berichten, veelal afkomstig van de toeristische dienst, waarschijnlijk in een krampachtige poging om ook iets vrolijks over deze staat hoog in de zoekresultaten te laten eindigen. Zo bleek dat er vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw (wat niet heel vreemd is, Wisconsin bestaat namelijk pas sinds 1848) relatief veel Duitse bierbrouwers naar dit deel van de VS emigreerden om er hun oude vak weer op te pakken. Wisconsin noemde zich dan ook vol trots ‘The Beer State.’ Kritisch als ik meende te zijn, verifieerde ik deze informatie door ‘Beer State’ te googelen, wat het volgende lijstje opleverde, waarmee dit unique selling point van de staat Wisconsin helaas al snel was doorgeprikt:

California, 268 craft breweries

Washington, 136 craft breweries

Colorado, 130 craft breweries

Oregon, 124 craft breweries

Michigan, 102 craft breweries

Pennsylvania, 93 craft breweries

Wisconsin, 75 craft breweries

Om dit bescheiden marketingdebacle nog enigszins te verergeren, bleek dat ze zich niet alleen ‘The Beer State’ noemden, maar ook ‘America’s Dairyland’: de staat Wisconsin was de grootste zuivelproducent van de VS en met name de productie van kaas was Wisconsins grote trots. Dat klonk ook al niet bepaald opwindend. Met enige misplaatste trots dacht ik terug aan de vorige keer dat we in de VS waren geweest en hadden gegniffeld om al die Amerikaanse pogingen Europese kaas te imiteren: die haalden het uiteraard nooit bij het origineel, laat staan dat ze erbij in de buurt kwamen. Ik begon al bijna medelijden te krijgen met de marketeers die deze staat zo krampachtig van een unieke glans hadden geprobeerd te voorzien.

‘Europese’ tradities

Zoals alle Amerikaanse staten, bleek ook Wisconsin, naast een motto, een toeristisch angehauchte slogan te hebben, die luidde: ‘Gemütlichkeit’. Voor wie het niet weet: dat is Duits voor ‘gezelligheid’. Dit was iets wat blijkbaar als zeer typisch voor deze staat werd gezien, hoewel Wisconsin (‘Ouisconsin’) oorspronkelijk een Franse pelsjagerskolonie was. Deze slogan, niet te verwarren met het motto ‘Forward,’ werd uitgebeeld in enkele propagandafilmpjes, waarin men die Duitse connectie trachtte uit te beelden. In de filmpjes was een dwarsdoorsnede van de samenleving te zien, gekleed in Dirndls en Lederhosen, al bierdrinkend en dansend op accordeonmuziek in een soort Tiroler berghut.

Door de ogen van de staats-marketeers die dit allemaal hadden bedacht, bestond Duitsland in zijn geheel uit ‘gemütliche’ Alpendorpjes, waar het gedurende het hele jaar Oktoberfest was en iedereen de hele dag met literpullen bier liep rond te sjouwen. Hoe dat beeld vervolgens typisch Wisconsin was, is mij nooit helemaal duidelijk geworden, maar die plaatselijke overtuiging ‘Duits’ te zijn, bleek eenmaal ter plekke in veel gevallen niet eens een overdrijving: de bevolking voelde zich op veel plaatsen daadwerkelijk ‘Duits’. Al gold dat dan weer helemaal niet voor de vermeende Noorse, Zweedse, Welshe, Poolse, Belgische, Zwitserse en zelfs Nederlandse enclaves die je eveneens in Wisconsin kon aantreffen. Ik zeg met opzet ‘vermeende’, omdat vooral oudere Amerikanen in het Midwesten soms een beeld van hun eigen afkomst bleken te hebben dat op veel Europeanen tamelijk vreemd zal overkomen, en de zich Duits voelende inwoners van Wisconsin vormden daar zeker geen uitzondering op. Dat vreemde zat hem in het creëren van eigenaardigheden en typische eigenschappen, die ze vervolgens ‘typisch Duits’ (of Pools, Noors, Zweeds etc.) noemden. Bij gebrek aan tegenspraak van een echte Duitser (of Pool, Noor, Zweed, etc.) gingen deze zelfbedachte volkskarakteristieken vanzelf een eigen leven leiden en een soort ‘cultural heritage’ vormen. En zo werden en worden er overal in de VS constant zogenaamd Europese tradities geboren die in Europa in veel gevallen de wenkbrauwen zullen doen fronsen, vooral omdat ze daar in feite nooit hebben bestaan.

Dus wanneer fanatieke pleitbezorgers van de Duitsheid van Wisconsin bijvoorbeeld vernamen dat je vlak bij de Duits-Nederlandse grens was geboren, leken ze in eerste instantie soms wat betrapt te reageren. Alsof ze impliciet wilden zeggen: je hebt ons door hè? We hebben zelf eigenlijk ook geen idee wat we in vredesnaam aan het doen zijn met onze Lederhosen en Dirndls. We weten niet eens hoe we ‘Gemütlichkeit’ moeten uitspreken…

Onbedoeld grappig in dit verband, is de misschien wel treurigste (en tegelijkertijd eerlijkste) staatsslogan van alle Amerikaanse staten, en dan heb ik het niet eens over het ‘Live free or die,’ van de staat New Hampshire. Het motto waarover ik het heb, hoort bij een staat iets ten westen van Wisconsin. Vanuit Madison ben je er relatief snel, maar je gaat waarschijnlijk liever ergens anders naartoe. Ik heb het over de staat Nebraska. In Nebraska is simpelweg niets te vinden wat voor eventuele toeristen het vermelden waard is. Het is leeg, plat, zompig en tamelijk troosteloos. Nebraska bekleedt dan ook een meelijwekkende laatste plaats op de Amerikaanse lijst van toerismebestemmingen. Maar de slogan van Nebraska getuigt wél van bewonderenswaardige, bijna hartverwarmende zelfkennis en is alleen al daarom het vermeldenswaardig: ‘Nebraska. Honestly, it’s not for everyone.’ Een opvallende discrepantie tussen staatsmotto en staatsslogan tot slot, zie je in het geval van de staat Delaware. Als je dit motto voor het eerst ziet, vraag je je af hoe iemand iets dergelijks als positief kan ervaren, laat staan als uitnodigend. Dit motto luidt: ‘Delaware. Taxation without Representation’. Het is eerder een grief dan iets om trots op te zijn, en het klinkt eerder als een straf dan een uitnodiging. Is het belangrijkste dat de staat Delaware over zichzelf te melden heeft, werkelijk dat de overheid er belasting heft zonder haar burgers volksvertegenwoordiging te bieden? Na enig speurwerk bleek dat dit motto een verwijzing is naar de Engelse koloniale tijd, tijdens welke de inwoners van Delaware geen vertegenwoordiging hadden in het Britse parlement, maar wel gedwongen waren belasting te betalen aan de Britse kroon. Het is, met andere woorden, een bijna sarcastisch aandoende sneer aan het adres van de vroegere Britse koloniale overheersers. Maar het is ook de kiem van de diepgewortelde Amerikaanse afkeer tegen het betalen van belasting, en in die zin in de ogen van veel Amerikanen een vorm van cultureel erfgoed. Een gewiekste medewerker van de toeristische dienst in Delaware moet dan ook gedacht hebben dat deze vorm van cultureel erfgoed best een potentiële toeristische trekpleister kon opleveren, en veranderde dit motto vervolgens in de toeristenslogan ‘The Tax Free State’, een slogan die, hoe verleidelijk hij ook klinkt verder, geen eer doet aan de werkelijkheid.

Plaats een reactie